Ministerie streeft naar 30 procent energiebesparing in openbare gebouwen
Na begin dit jaar zijn nationale actieplan voor energie-efficiëntie te hebben gelanceerd, heeft het ministerie van Energie gezegd dat het tegen 2030 een energiebesparing van 30 procent in openbare gebouwen wil realiseren.
“Energie-efficiëntie is een van de prioritaire agendapunten… We zullen energie-efficiëntie op elk gebied aanmoedigen. We zullen nieuwe investeringen ondersteunen”, zei minister van Energie en Natuurlijke Hulpbronnen, Alparslan Bayraktar.
De energiebesparende strategie is bedoeld om de afhankelijkheid van het land van geïmporteerde energie te verminderen, de zekerheid van de energievoorziening te garanderen en het netto-nul-emissiedoel voor 2053 te bereiken.
In lijn met de energie-efficiëntiestrategie en het nationale energie-efficiëntieactieplan is het de bedoeling om het energieverbruik met 16 procent te verminderen en bij te dragen aan de vermindering van 100 miljoen ton emissies tegen 2030.
Het ministerie, dat tot 2023 een besparingsdoelstelling van 15 procent voor openbare gebouwen had vastgesteld, bespaarde jaarlijks 1,1 miljard Türkiye Liras op de energierekening van openbare gebouwen, terwijl de besparingsdoelstelling voor 2024 werd verdubbeld.
Het ministerie heeft ook een project voor straatverlichting gelanceerd, waarbij tegen 2030 1,2 miljoen LED-armaturen zullen worden geïnstalleerd, in samenwerking met elektriciteitsdistributiebedrijven en lokale overheden.
Ondertussen zei de Wereldbank op 16 mei dat zij een overeenkomst met Türkiye heeft ondertekend voor een programma van $ 1 miljard ter ondersteuning van de uitbreiding van hernieuwbare energie.
Het programma zal worden uitgevoerd door de belangrijkste particuliere en publieke ontwikkelingsbanken van Türkiye, de Industrial Development Bank of Türkiye (TSKB) en de Development and Investment Bank of Türkiye (TKYB).
Het programma zal Türkiye helpen zijn markt voor gedistribueerde zonne-energie te vestigen en uit te breiden en een programma voor batterijopslag te testen, aldus de Wereldbank.
