Gegevens wijzen erop dat de groeivertraging in China mogelijk aan het afnemen is
De Chinese fabrieken versnelden hun tempo en de detailhandelsverkopen stegen in augustus ook in een stroomversnelling, meldde de regering op 15 september, wat erop wijst dat de economie zich mogelijk geleidelijk herstelt van de post-pandemische malaise.
Ondanks de drukke bedrijvigheid in restaurants en winkels lieten de cijfers echter een aanhoudende zwakte zien in de uiterst belangrijke vastgoedsector.
De investeringen in vastgoed daalden in augustus met 8,8 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. De daling is sinds het begin van het jaar steeds erger geworden.
Om de lasten voor de banken te verlichten, kondigde de People’s Bank of China, oftewel de centrale bank, op 14 september aan dat de reserveverplichting voor de meeste kredietverstrekkers met 0,25 procentpunt zou worden verlaagd.
Dat zou meer geld vrijmaken voor kredietverlening, “om de basis voor economisch herstel te consolideren en een redelijke en voldoende liquiditeit te behouden”, aldus de centrale bank.
Uit het rapport van 15 september bleek dat de detailhandelsverkopen in augustus met 4,6 procent stegen ten opzichte van een jaar eerder.
Consumenten zijn het afgelopen jaar voorzichtiger geworden met hun uitgaven, ook al versoepelde China het strenge beleid om de uitbraken van COVID-19 in te dammen.
De industriële productie groeide met 4,5 procent op jaarbasis, tegen 3,7 procent in juli en het snelste tempo sinds april.
“Over het geheel genomen zijn de belangrijkste indicatoren in augustus marginaal verbeterd, heeft de nationale economie zich hersteld, is de ontwikkeling van hoge kwaliteit stevig vooruitgegaan en stapelden de positieve factoren zich op”, vertelde Fu Linghui, woordvoerder van het Nationale Bureau voor de Statistiek, aan verslaggevers.
Maar Fu voegde eraan toe dat er “nog steeds veel externe factoren van instabiliteit en onzekerheid” zijn en dat de binnenlandse vraag zwak blijft, zodat “de basis voor economisch herstel nog steeds moet worden geconsolideerd.”
De trends in augustus waren iets beter dan verwacht, aldus Julian Evans-Pritchard van Capital Economics in een rapport.
“Begrotingssteun stimuleerde de investeringen, maar het echte lichtpuntje was een gezonde opleving van de consumentenbestedingen, wat erop wijst dat huishoudens wellicht iets minder voorzichtig worden”, zei hij.
De Chinese economie groeide in de drie maanden eindigend in juni met 0,8 procent vergeleken met het voorgaande kwartaal, tegen 2,2 procent in januari-maart.
Ongeveer één op de vijf jonge werknemers is werkloos, een recordhoogte, wat de druk op de consumentenbestedingen vergroot.
De neergang op de huizenmarkt, die zich naast de bouw- en materialensector ook in veel andere sectoren manifesteert, heeft ook gewogen op het herstel van China na de ernstige verstoringen van de afgelopen jaren toen de regerende Communistische Partij golven van COVID-19-infecties probeerde te elimineren.
“Er is een groeiend gevoel van optimisme onder een groep investeerders die geloven dat de recente initiatieven van Peking om de economie te stimuleren en de financiële markten te stabiliseren tekenen van succes vertonen”, zei Stephen Innes van SPI Asset Management in een commentaar.
