50 jaar Duitsland in de Verenigde Naties: opiniestuk

50 jaar Duitsland in de Verenigde Naties: opiniestuk

Vijftig jaar geleden, op 18 september 1973, sloten twee Duitse staten zich bij de East River in New York aan bij de Verenigde Naties. Deze gebeurtenis was het resultaat van een korte resolutie van de Algemene Vergadering – maar het was allesbehalve routine in de wereld van de diplomatie.

Bijna dertig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog die Duitsland was begonnen, en de genocide op de Europese Joden die onmetelijk lijden voor miljoenen mensen had veroorzaakt, markeerde deze dag een terugkeer van de “verslagen vijandige natie” naar de internationale gemeenschap. We blijven vandaag dankbaar voor dit rendement – ​​en we zien het als een verplichting.

De toetreding van Duitsland tot de Verenigde Naties kwam 28 jaar nadat de organisatie was opgericht. Deze toetreding staat voor onze erkenning van de Duitse schuld en onze toewijding aan de principes van het VN-Handvest, aan een wereld die vertrouwt op de kracht van de wet en niet op de tirannie van de sterken. En 18 september 1973 staat voor een diepgeworteld begrip van de Duitse diplomatie.

Het Duitse buitenlandse beleid mag zich nooit beperken tot de bescherming van Duitse belangen. 75 jaar lang heeft onze Basiswet de eis aan ons beleid opgelegd om “de wereldvrede te bevorderen (…) in een verenigd Europa”.

Deze taak en ons vijftig jaar lidmaatschap van de Verenigde Naties zijn nu belangrijker dan ooit – in een tijd waarin de fundamentele beginselen van de Verenigde Naties worden uitgehold. Dat is de reden waarom we samen met meer dan 140 staten in de Algemene Vergadering hebben gepleit voor het volk van Oekraïne en voor de beginselen van het Handvest. Omdat volgens dit Handvest elke staat het recht heeft om in vrede te leven, zonder bang te hoeven zijn dat een sterker buurland zal aanvallen.

Het is duidelijk dat we in een andere geopolitieke realiteit leven dan in de dagen van de Koude Oorlog. De tegenstelling tussen een Oostelijk en een Westelijk blok behoort gelukkig tot het verleden. In plaats daarvan ontstaat er een nieuwe multipolaire realiteit waarin we samenwerking moeten organiseren.

Steeds meer staten met verschillende opvattingen proberen de internationale orde te helpen vormgeven. En terecht. Het is tijd dat hun stemmen duidelijker gehoord worden.

Daarom streven wij ernaar onze partnerschappen te versterken met alle staten over de hele wereld die waarde hechten aan een internationale orde gebaseerd op regels en recht.

Deze orde is geen ‘westerse ideologie’, zoals sommigen nu beweren. Integendeel. Het is geworteld in het VN-Handvest en dus in de universele overtuiging dat alle staten en alle mensen gelijke rechten hebben, ongeacht hoe machtig ze zijn, en dat geen enkele staat ooit nog een buur mag aanvallen. Voor ons Duitsers zijn deze principes ook een les die we hebben geleerd uit de Tweede Wereldoorlog en de wreedheden die nazi-Duitsland zijn buurlanden heeft aangedaan.

Wij Duitsers hebben daarom een ​​bijzondere verantwoordelijkheid om het VN-Handvest te versterken. Het is ook om deze reden dat wij proberen een zetel in de Veiligheidsraad te bemachtigen voor het jaar 2027/2028.

Degenen die deze orde in twijfel trekken, zijn er tot nu toe niet in geslaagd aan te geven op welke principes een betere, rechtvaardiger orde zou moeten worden gebouwd.

Wij willen voortbouwen op wat in 1945 is ontstaan ​​en sindsdien voortdurend is doorontwikkeld. We weten dat deze orde onvolmaakt is en dat we deze moeten aanpassen aan onze nieuwe wereld.

Dat betekent dat we eindelijk onze internationale financiële instellingen en gezondheidsagentschappen, evenals de VN-Veiligheidsraad, zo moeten organiseren dat onze partners in Afrika, Latijns-Amerika en Azië daar een passende stem hebben.

Het betekent dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen centraal worden gesteld in de Verenigde Naties.

En het betekent meer ambitie tonen bij de inspanningen om de klimaatcrisis, de grootste bedreiging van onze tijd, te beteugelen. Met een duidelijke routekaart voor het uitfaseren van fossiele energie. En met solidariteit voor de meest kwetsbare staten, die bijzonder zwaar getroffen worden door de gevolgen van de klimaatcrisis.

Maar eerlijke partnerschappen betekenen ook dat we kritisch naar ons eigen handelen kijken. Dit is de reden waarom Duitsland het initiatief heeft genomen tot de teruggave van kunstvoorwerpen die tijdens het koloniale tijdperk zijn geroofd. Als je dat wel doet, zullen niet alle wonden uit het verleden genezen. Maar het is een belangrijke stap in de pogingen om onze donkere koloniale geschiedenis aan te pakken.

Met onze toetreding vijftig jaar geleden hebben wij Duitsers beloofd de verantwoordelijkheid voor de Verenigde Naties op ons te nemen. Tegenwoordig houden wij ons niet alleen aan deze belofte. Samen met onze partners proberen we nieuwe manieren te vinden om dit te verwezenlijken in een veranderde wereld.

Met moed en vertrouwen.

* Annalena Baerbock is de Duitse minister van Buitenlandse Zaken