Insectenmuseum bewaart duizenden soorten

Insectenmuseum bewaart duizenden soorten

Het Insectenmuseum, waar plantvriendelijke en -onvriendelijke insectensoorten worden onderzocht en gehouden, herbergt ruim 70.000 monsters van ongeveer 3.000 soorten, die sinds de jaren dertig zijn verzameld.

Het museum wordt beheerd binnen het orgaan van het directoraat-generaal Landbouwonderzoek en -beleid van het Ministerie van Landbouw (TAGEM).

Tijdens het onderzoek in het museum werden twee van de drie aardvlooien die de afgelopen acht jaar zijn geïdentificeerd, als nieuwe soort in de wetenschappelijke wereld geïntroduceerd en één als ondersoort.

Volgens het ministerie zijn het identificeren van schadelijke en nuttige soorten in de landbouwproductie, het bepalen van hun regionale verspreiding, het creëren van referentiecollecties en het garanderen van hun behoud belangrijk voor de plantgezondheid.

Terwijl sommige organismen ernstige economische verliezen tot wel 100 procent aan plantaardige producten veroorzaken, zijn andere plantvriendelijk en voorkomen ze verlies aan efficiëntie bij de productie. Precies weten wat voor soort plaag het is, is van cruciaal belang bij het bepalen van de te kiezen bestrijdingsmethode en daarmee het minimaliseren van economische verliezen.

Het uitvoeren van onderzoek naar deze organismen en het creëren van referentiecollecties spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van opbrengstverlies bij de plantenproductie. Identificatie van soorten is de eerste stap in landbouwcontrole. Door het type insecten te identificeren, kan de juiste methode op het juiste moment worden gebruikt bij landbouwbestrijding.

Bovendien maakt de correcte identificatie van nuttige insectensoorten het gebruik van de juiste middelen mogelijk bij biologische bestrijdings- en bestuivingsstudies. Insectenmonsters die door deskundigen uit het veld zijn goedgekeurd, worden referentiemateriaal dat als leidraad voor onderzoekers dient. In dit opzicht vormen musea een van de belangrijkste bronnen van datamining op het gebied van biodiversiteit.

Nazife Tuatay Plant Protection Museum, genoemd naar Nazife Tuatay, een wetenschapper die een grote bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van de entomologie in Türkiye, is een van de oudste en best gevestigde entomologiemusea (insectenwetenschap) in Türkiye. In het internationaal gerespecteerde museum worden onderzoeken uitgevoerd om ziekten, onkruid en plagen in cultuurplanten op te sporen en de verspreiding en dichtheid ervan te bepalen.

Omdat het museum uniek is in zijn vakgebied, is er een belangrijke collectie ontstaan ​​dankzij het behoud van monsters die zijn geïdentificeerd door experts en onderzoekers in Turkije en daarbuiten. In het museum worden ruim 70.000 exemplaren bewaard van ongeveer 3.000 soorten, die sinds de jaren dertig zijn verzameld. Van deze monsters werden in 2015 555 soorten van 53 soorten, die voor het eerst in de wetenschappelijke wereld werden geïntroduceerd, in een boek verzameld door het ministerie van Landbouw.

Het boek bevatte ook 333 soorten die tot 2015 door onderzoekers van het museum waren geïdentificeerd, wat als een nieuw record voor Türkiye wordt beschouwd. Bovendien zijn er sinds 2015 nieuwe soorten geïdentificeerd en opgenomen in het museum.

In deze context werden twee van de drie regenwormen uit de Chrysomelidae-familie (bladkevers) van de Coleoptera-orde (kever) als nieuwe soort in de wetenschappelijke wereld geïntroduceerd en één als ondersoort.

Een nieuwe soort uit de Pentatomidae (stinkwantsen) behorend tot de orde Hemiptera (halfvleugels) en twee nieuwe soorten uit de familie Miridae, die momenteel worden gepubliceerd, hebben zich bij de exemplaren van het museum gevoegd. Bovendien werden twee soorten uit de familie Chrysomelidae en één soort uit de familie Lygaeidae geïdentificeerd als nieuwe soorten voor Türkiye.

Naast deze onderzoeken wordt de verspreiding van soorten voortdurend bijgewerkt, aangezien bekende soorten op verschillende plaatsen in het land worden gedetecteerd.

Informatie over elk insectenexemplaar in het museum wordt in de database opgeslagen. Wanneer deze onderzoeken zijn afgerond, zal een catalogus van het museum gereed zijn voor publicatie. Deze gegevens zullen ook op internet worden gedeeld.