Een driejarig mijnopruimingsproject eindigt aan de oostgrens van Türkiye
Een gezamenlijke inspanning van het Ministerie van Defensie, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) en de Europese Unie heeft een drie jaar durend mijnopruimingsproject langs de oostgrens van Türkiye afgerond.
“Onze EU-delegatie in het door Türkiye gefinancierde project heeft 4,2 miljoen vierkante meter land vrijgemaakt van mijnen en banen gecreëerd voor meer dan 300 mensen langs de oostgrens”, zei UNDP Türkiye eerder deze week op socialemediaplatform X.
In een aparte schriftelijke verklaring merkte UNDP Türkiye op dat het initiatief een gebied van 4,2 miljoen vierkante meter langs de grenzen met Armenië en Iran veilig heeft gemaakt voor de burgerbevolking en het grensbeheerpersoneel.
Het project ter waarde van 23,8 miljoen dollar omvatte de ruiming van 94 mijnenvelden en 50.000 landmijnen langs de grenzen, aldus de verklaring.
In de aankondiging werd verder vermeld dat de teams ook het in kaart brengen van alle actieve landmijnen in het land hadden voltooid.
Met financiële steun van 21,3 miljoen dollar van de EU en 2,5 miljoen dollar van Türkiye resulteerde deze prestatie, in combinatie met de vorige twee fasen sinds 2016, in de verwijdering van 95.000 mijnen en het opruimen van 8,9 miljoen vierkante meter mijnen.
“Het opruimen van mijnen wordt vaak verkeerd begrepen, maar de realiteit is dat landmijnen de grenzen, vooral voor personeel dat belast is met grensbescherming, niet veiliger maar juist onzekerder maken. Door landmijnen te ruimen ondersteunen we Türkiye bij het toepassen van een humanitaire benadering van het grensbeheer en garanderen we de veiligheid van herders en andere burgers die in de regio wonen, waardoor grenspatrouilles hun taken veilig kunnen uitvoeren”, aldus Louisa Vinton, vertegenwoordiger van UNDP Türkiye.
Türkiye, dat in 2004 het Ottawa-verdrag ondertekende dat het gebruik, de productie, de opslag en de overdracht van antipersoneelmijnen verbiedt, is een van de dertig landen die met UNDP samenwerken om mijnopruimingsactiviteiten en nationale mijnbestrijdingsinstellingen te ondersteunen.