Wetenschappers ontrafelen een geheim uit de ‘Mona Lisa’
De “Mona Lisa” heeft nog een geheim prijsgegeven. Door röntgenstralen te gebruiken om in de chemische structuur van een klein stipje van het beroemde kunstwerk te kijken, hebben wetenschappers nieuw inzicht gekregen in de technieken die Leonardo da Vinci gebruikte om zijn baanbrekende portret van de vrouw met de voortreffelijk raadselachtige glimlach te schilderen.
Het onderzoek, gepubliceerd op 11 oktober in het Journal of the American Chemical Society, suggereert dat de beroemde, nieuwsgierige, geleerde en inventieve Italiaanse renaissancemeester mogelijk in een bijzonder experimentele stemming verkeerde toen hij vroeg in het jaar aan de slag ging met de ‘Mona Lisa’. de 16e eeuw.
Het olieverfrecept dat Leonardo gebruikte als basislaag om het paneel van populierenhout voor te bereiden lijkt anders te zijn geweest voor de ‘Mona Lisa’, met zijn eigen kenmerkende chemische signatuur, ontdekte het team van wetenschappers en kunsthistorici in Frankrijk en Groot-Brittannië .
“Hij was iemand die graag experimenteerde, en elk van zijn schilderijen is technisch compleet anders”, zegt Victor Gonzalez, hoofdauteur van het onderzoek en scheikundige bij het belangrijkste onderzoeksorgaan van Frankrijk, de CNRS. Gonzalez heeft de chemische samenstellingen van tientallen werken van Leonardo, Rembrandt en andere kunstenaars bestudeerd.
“In dit geval is het interessant om te zien dat er inderdaad een specifieke techniek bestaat voor de grondlaag van ‘Mona Lisa’”, zei hij in een interview met The Associated Press.
Concreet vonden de onderzoekers een zeldzame verbinding, plumbonacriet, in de eerste verflaag van Leonardo. De ontdekking, zei Gonzalez, bevestigde voor het eerst wat kunsthistorici voorheen alleen maar hadden verondersteld: dat Leonardo hoogstwaarschijnlijk loodoxidepoeder gebruikte om zijn verf dikker te maken en te helpen drogen toen hij begon te werken aan het portret dat nu van achter beschermend glas naar buiten staart. het Louvre-museum in Parijs.
Carmen Bambach, een specialist in Italiaanse kunst en curator van het Metropolitan Museum of Art in New York, die niet betrokken was bij het onderzoek, noemde het onderzoek ‘zeer spannend’ en zei dat alle wetenschappelijk bewezen nieuwe inzichten in Leonardo’s schildertechnieken ‘uiterst belangrijk nieuws zijn voor de kunstwereld en onze grotere mondiale samenleving.”
Het vinden van plumbonacriet in de “Mona Lisa” getuigt van “Leonardo’s geest van hartstochtelijke en voortdurende experimenten als schilder – het is wat hem tijdloos en modern maakt”, zei Bambach per e-mail.
Het geanalyseerde verffragment uit de basislaag van de ‘Mona Lisa’ was met het blote oog nauwelijks zichtbaar, niet groter dan de diameter van een mensenhaar, en kwam uit de rechterbovenrand van het schilderij.
De wetenschappers tuurden in de atomaire structuur met behulp van röntgenstralen in een synchrotron, een grote machine die deeltjes versnelt tot bijna de snelheid van het licht. Hierdoor konden ze de chemische samenstelling van het stipje ontrafelen. Plumbonacrite is een bijproduct van loodoxide, waardoor de onderzoekers met meer zekerheid kunnen zeggen dat Leonardo het poeder waarschijnlijk in zijn verfrecept heeft gebruikt.
“Plumbonacrite is eigenlijk een vingerafdruk van zijn recept,” zei Gonzalez. “Het is de eerste keer dat we het daadwerkelijk chemisch kunnen bevestigen.”
Na Leonardo heeft de Nederlandse meester Rembrandt mogelijk een soortgelijk recept gebruikt toen hij in de 17e eeuw aan het schilderen was; Gonzalez en andere onderzoekers hebben eerder ook plumbonacriet in zijn werk gevonden.
“Het vertelt ons ook dat deze recepten eeuwenlang werden doorgegeven”, zei Gonzalez. “Het was een heel goed recept.”
Er wordt aangenomen dat Leonardo loodoxidepoeder, dat een oranje kleur heeft, heeft opgelost in lijnzaad- of walnootolie door het mengsel te verwarmen om een dikkere, sneller drogende pasta te maken.
“Wat je krijgt is een olie die een heel mooie gouden kleur heeft,” zei Gonzalez. “Het vloeit meer als honing.”
Maar de “Mona Lisa” – volgens het Louvre een portret van Lisa Gherardini, de vrouw van een Florentijnse zijdehandelaar – en andere werken van Leonardo hebben nog andere geheimen te vertellen.
“Er valt zeker nog veel meer te ontdekken. We zijn nog maar nauwelijks aan de oppervlakte gekomen’, zei Gonzalez. ‘Wat we zeggen is slechts een stukje kennis.’