Oude lichaamspiercing gevonden in het zuidoosten van Türkiye
Bij opgravingen in de neolithische nederzetting Boncuklu Tarla, gelegen in de zuidoostelijke provincie van het district Dargeçit in Mardin, is een verzameling stud-vormige voorwerpen opgegraven, die doen denken aan hedendaagse lichaamspiercings.
De ontdekking vertegenwoordigt mogelijk de vroegst bekende voorbeelden van lichaamspiercing en werpt licht op de versieringspraktijken van oude gemeenschappen. Het valt op als een bewijs van het vroege gebruik van lichaamsversieringen onder sedentaire gemeenschappen.
Volgens archeoloog Ergül Kodaş van de Mardin Artuklu Universiteit, die de bevindingen publiceerde in het tijdschrift Antiquity, bieden de artefacten een uniek inzicht in het gebruik van lichaamspiercing-ornamenten door oude kolonisten, zoals gerapporteerd door Science Alert. Eerdere archeologische vondsten bevatten voornamelijk hangers, halskettingen en bedels, waardoor deze ontdekking van lichaamspiercings bijzonder belangrijk is.
Kodaş en het opgravingsteam onderzochten de grootte, vorm en positionering van de voorwerpen in de graven van Boncuklu Tarla. Ondanks dat sommige artefacten werden verplaatst, bleven andere in de buurt van de menselijke resten, vooral rond de oren en kaken.
De opgegraven ornamenten, vooral die welke lijken op labrets die onder de onderlip worden gedragen, bieden overtuigend bewijs van vroege lichaamspiercingpraktijken. Hoewel er soortgelijke stukken zijn gevonden die dateren uit 10.000 voor Christus, vormt deze ontdekking het meest definitieve voorbeeld tot nu toe.
Lichaamspiercing lijkt een belangrijke culturele praktijk te zijn geweest in Zuidwest-Azië, met bewijsmateriaal dat teruggaat tot ongeveer 6000 voor Christus. De praktijk verspreidde zich waarschijnlijk door Mesopotamië en bereikte uiteindelijk andere regio's, waaronder Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.