Nederlandse meester Frans Hals krijgt een grote tentoonstelling

Nederlandse meester Frans Hals krijgt een grote tentoonstelling

In het begin van de 17e eeuw werd lachen bijna nooit op het doek van een schilder vastgelegd. Frans Hals bracht daar verandering in.

“Hij was geen nuchtere schilder”, zegt Friso Lammertse, co-curator van een grote tentoonstelling van schilderijen van de Nederlandse meester die deze week in het Amsterdamse Rijksmuseum wordt geopend.

“De mensen lachen vaak, en dat is heel opmerkelijk in de 17e eeuw dat ze glimlachen of zelfs lachen, wat nauwelijks gebeurde”, voegde hij er op 13 februari aan toe bij een preview van de tentoonstelling.

De show die vorig jaar debuteerde in de National Gallery in Londen verhuist nu naar de Nederlandse hoofdstad.

Ondanks Hals’ voorliefde voor een drankje, had hij de volledige controle over zijn artistieke proces.

‘Het gaat te ver als je zegt dat zijn stijl komt doordat hij zoveel dronk. Het is echt een besef van wat er op dit moment in de schilderkunst in Europa gebeurt”, aldus Lammertse.

In plaats daarvan stond Hals waarschijnlijk onder de invloed van de Vlaamse meesters Peter Paul Rubens en Anthony Van Dyk.

“Hij maakt deze losse penseelstreek omdat die tot de avant-garde van de Europese kunst van dit moment behoort. Maar het is ook functioneel. Het suggereert een soort beweging. En hij gaat verder dan alle anderen in zijn streven om die beweging te laten zien”, zei hij.

Door de vloeiende penseelstreken was Hals een grote invloed van latere kunstenaars als Vincent van Gogh en impressionisten als Édouard Manet.

Hals’ beroemdste werk, ‘The Laughing Cavalier’, onderstreept de humor in zijn werk. De cavalier, met zijn glimlach, opstaande snor en hoed in een zwierige hoek, is vanuit de Wallace Collection in Londen over het Engelse Kanaal gereisd. Het is de eerste buitenlandse reis van het schilderij sinds 1870 en het is een van de 48 werken van Hals die voor de tentoonstelling in het Rijksmuseum zijn verzameld.

De Hals-tentoonstelling volgt op recente blockbuster-shows in het Amsterdamse museum, waar de twee andere grote namen van de 17e-eeuwse Nederlandse kunst, Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer, worden getoond.

“Ze werken allemaal met hetzelfde medium: olieverf op doek, maar ze doen er iets heel anders mee”, zegt Rijksmuseum-directeur Taco Dibbits.

“Bij Rembrandt gaat het om emotie en de menselijke conditie. Bij Vermeer is het stilte. En bij Frans Hals is het beweging en vreugde. Bijna iedereen lacht om de foto’s van Frans Hals. En als je door de tentoonstelling loopt, begin je zelf te lachen omdat het met de penseelstreken een vrijheid is. Echt de penseelstreken dansen over het doek.”

De tentoonstelling opent 16 februari in het Rijksmuseum en loopt tot en met 9 juni. Van 12 juli t/m nov. 3, verhuist het naar de Gemäldegalerie in Berlijn.