Kunstenaars roepen Tate op om de banden met aan Israël gelieerde groepen te verbreken
Meer dan 600 kunstenaars en kunstarbeiders hebben een open brief ondertekend waarin ze de Tate in Londen oproepen om de banden te verbreken met kunstorganisaties waarvan de oprichters financiële banden hebben met Israël, zo meldt Artnews.
klasse = “cf”>
In de brief, gericht aan de leiding van Tate voorafgaand aan de uitreiking van de Turner Prize op 3 december, wordt het museum opgeroepen om te desinvesteren in de Zabludowicz Art Trust, Zabludowicz Art Projects en het Outset Contemporary Art Fund. De drie organisaties worden afzonderlijk gerund door kunstfilantropen Anita en Poju Zabludowicz en Candida Gertler.
Ondertekenaars van de brief zijn onder meer Jasleen Kaur, een huidige genomineerde voor de Turner Prize, maar ook voormalige winnaars van de Turner Prize, zoals Charlotte Prodger, Helen Cammock en Lawrence Abu Hamdan. Kunstenaars Jumana Manna, Sophia al-Maria, Gala Porras-Kim, Evan Ifekoya en Dala Nasser behoorden ook tot de ondertekenaars.
In de brief worden de oprichters van de groepen ervan beschuldigd verbonden te zijn met Israëls “genocidale” beleid in Gaza, waarbij bevindingen van het Internationale Gerechtshof en de Verenigde Naties worden aangehaald die de militaire acties van Israël beschrijven als consistent met genocide en apartheid. Amnesty International heeft het beleid van Israël ook bestempeld als misdaden van apartheid.
De brief wijst op de rol van de Zabludowicz Art Trust en het Outset Contemporary Art Fund bij het bieden van wat activisten ‘artwashing’ noemen, of het gebruik van partnerschappen met musea en kunstenaars om ethisch twijfelachtige politieke connecties te verdoezelen.
klasse = “cf”>
In 2023 sloten de Zabludowiczes hun deuren voor hun privémuseum in Londen, een stap die kwam na tien jaar van onderzoek naar de zakelijke banden van Poju Zabludowicz met pro-Israëlische groepen. In een Guardian-rapport uit 2009 stond dat hij het British Israel Communication and Research Centre had gefinancierd. Tamares Group, waar hij CEO is, is een vastgoedinvesteringsmaatschappij die technologiebedrijven heeft gefinancierd die verband houden met Israëlische veiligheidsinspanningen.
Outset heeft Leviev, een ontwikkelingsbedrijf dat betrokken is bij bouwprojecten in illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, in het verleden als bedrijfspartner vermeld.
“De partnerschappen van Tate met deze organisaties ondermijnen rechtstreeks haar inzet voor gelijkheid en sociale impact”, aldus de brief. Het verwijst naar eerdere gevallen waarin Tate na de invasie van Oekraïne afstand deed van Russische donoren, en drong aan op soortgelijke actie met betrekking tot Palestina.
“Wij geloven dat Tate een diepgaande morele plicht heeft, zo niet een juridische, om zich te ontdoen van zijn banden met de Israëlische staat”, voegt het eraan toe.