Het Parlement debatteert over een omnibuswetsvoorstel met meer dan 60 amendementen

Het Parlement debatteert over een omnibuswetsvoorstel met meer dan 60 amendementen

Turkse wetgevers beraadslagen momenteel over een nieuwe omnibuswet die meer dan zestig amendementen omvat, waaronder de herinvoering van een verordening met betrekking tot misdaden gepleegd namens een organisatie zonder lidmaatschap, die eerder door het Constitutionele Hof nietig werd verklaard.

Het wetsontwerp, dat vorige week aan het parlementaire voorzitterschap werd gepresenteerd door regerende afgevaardigden van de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP), begon op 20 februari in de commissie Justitie van het parlement.

Het wetsvoorstel, door het publiek ook wel het ‘gerechtelijk pakket’ genoemd, heeft tot doel ‘de efficiëntie van de gerechtelijke diensten te vergroten’ door middel van wijzigingen in bestaande wetten.

Een van de meest opvallende voorgestelde amendementen heeft betrekking op artikel 220/6 van het Turkse wetboek van strafrecht, waarin de misdaad wordt aangepakt van “het plegen van misdaden namens een organisatie zonder lid te zijn van de organisatie”.

Het wetsvoorstel beoogt opnieuw straffen in te voeren voor personen die zich bezighouden met handelingen namens organisaties die betrokken zijn bij ‘terreurmisdaden’, waarbij ze worden behandeld alsof ze lid zijn van de organisatie.

In de nietig verklaarde paragraaf stond eerder dat personen die misdaden begaan namens een organisatie ook zouden worden gestraft voor lidmaatschap van die organisatie, waarbij de straf mogelijk met de helft zou worden verminderd. Deze bepaling was beperkt tot gewapende organisaties.

Een ander belangrijk amendement heeft betrekking op een uitspraak van het Constitutionele Hof met betrekking tot artikel 187 van het Turkse burgerlijk wetboek. De hoogste rechtbank had de bepaling ongeldig verklaard die getrouwde vrouwen verbiedt alleen hun meisjesnaam te gebruiken.

Als reactie daarop bevat het omnibuswetsvoorstel bepalingen die getrouwde vrouwen de mogelijkheid bieden hun meisjesnaam voor exclusief gebruik te behouden, het geeft moeders het recht om rechtszaken over vaderschapsweigering te starten en staat het adoptieouders toe om beide namen op de identiteitskaart van het geadopteerde kind te laten vermelden.

Bovendien benadrukte minister van Justitie Yılmaz Tunç eerder de “wijdverbreide perceptie van straffeloosheid in de samenleving” en benadrukte hij dat de voorgestelde gerechtelijke hervormingen tot doel hebben deze zorg weg te nemen.

Dienovereenkomstig stelt het wetsvoorstel wijzigingen voor, zoals het garanderen dat veroordeelden een vijfde van hun voorwaardelijke vrijlatingsperiode aan een proeftijd besteden en het beperken van de proeftijd tot drie jaar.

Andere opmerkelijke bepalingen zijn onder meer het recht om in beroep te gaan tegen beslissingen waarbij de bekendmaking van vonnissen aan de hoven van beroep wordt uitgesteld en een verhoging van het vooruitbetalingsbedrag voor misdaden waarvoor een gevangenisstraf vereist is van 30 Turkse lira naar 100 lira per dag.