Het Italiaanse tekort groeide vorig jaar tot 7,4 procent van het bbp

Het Italiaanse tekort groeide vorig jaar tot 7,4 procent van het bbp

Het Italiaanse overheidstekort is vorig jaar sterker gegroeid dan verwacht en bereikte 7,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp), opnieuw het hoogste in de Europese Unie, zo blijkt uit herziene officiële cijfers.

Het nationale bureau voor de statistiek Istat had in maart een voorlopige schatting gepubliceerd en rapporteerde een tekort van 7,2 procent van het bbp, na een tekort van 8,6 procent in 2022.

De opwaartse bijstelling is te wijten aan de hoger dan verwachte kosten van de genereuze ‘Superbonus’-belastingstimulans die gericht is op het verbeteren van de energie-efficiëntie van woningen, zeiden Istat-experts maandag tijdens een hoorzitting in het parlement.

De stimulans, die zal worden gebruikt voor projecten variërend van thermische isolatie tot zonnepanelen, werd in mei 2020 gelanceerd onder de toenmalige premier Giuseppe Conte om de economische activiteit te stimuleren te midden van de coronaviruspandemie.

Maar gecombineerd met andere bonussen die gericht zijn op het ondersteunen van de bouwsector, bedragen de totale kosten volgens berekeningen van de regering van premier Giorgia Meloni al 219 miljard euro, oftewel een tiende van het bbp.

Na Italië hadden Hongarije en Roemenië vorig jaar de hoogste tekorten in de Europese Unie, respectievelijk 6,7 procent en 6,6 procent van het bbp, aldus Eurostat maandag.

Elf lidstaten noteerden een tekort van meer dan 3,0 procent van het bbp, het plafond dat werd vastgelegd in de begrotingsregels van de eurozone.

De Italiaanse staatsschuld bedroeg vorig jaar 137,3 procent van het bbp, de hoogste in de EU na Griekenland met 161,9 procent.

Italië had volgens Eurostat ook in 2022 en 2021 het hoogste EU-tekort, hoewel Spanje in 2020 bovenaan de lijst stond.