EU-regels zijn er niet in geslaagd de uitstoot van auto’s terug te dringen: rapport
Grotere, krachtigere auto’s hebben de impact van strengere CO2-emissieregels in de EU tenietgedaan, zo bleek gisteren uit een rapport van de interne auditor van het blok.
Sinds 2012 moeten auto’s die in de EU worden verkocht voldoen aan doelstellingen voor het beperken van de CO2-uitstoot, maar deze hadden weinig impact omdat de uitstoot van dieselvoertuigen sindsdien stabiel bleef, terwijl er voor benzinevoertuigen slechts een kleine daling van 4,6 procent was, volgens een rapport van de Europese Rekenkamer.
“Voortdurende verbeteringen in de motortechnologie en de introductie van hybride aandrijflijnen hebben de motoren efficiënter gemaakt, maar de toegenomen voertuigmassa in combinatie met krachtigere motoren weegt zwaarder dan de technologische vooruitgang”, aldus het rapport.
Het berekende dat de gemiddelde automassa tussen 2011 en 2022 met ongeveer 10 procent is toegenomen, terwijl het motorvermogen met 25 procent is toegenomen.
Pas in 2020 begon de uitstoot van nieuwe auto’s aanzienlijk te dalen.
“Dit was vooral te danken aan de aanzienlijke opkomst van elektrische voertuigen, terwijl de werkelijke CO2-uitstoot van auto’s met verbrandingsmotoren niet is gedaald”, aldus het rapport.
Het legde de schuld voor het slechte resultaat van de regelgeving ook bij mazen in de wet die laboratoriumtests mogelijk maakten in plaats van in reële omstandigheden, waarvan autofabrikanten in hun voordeel uitbuitten en tot enorme gaten in de uitstoot op de weg leidden.
In het rapport wordt opgemerkt dat, hoewel de EU er de afgelopen dertig jaar in is geslaagd de uitstoot van broeikasgassen op veel gebieden terug te dringen, de CO2-uitstoot in de transportsector is blijven groeien naarmate het wagenpark is gegroeid en de uitstoot per voertuig niet is gedaald.