De Britse inflatie vertraagt naar de doelstelling van de centrale bank van 2 procent
De Britse inflatie vertraagde in mei tot de doelstelling van twee procent van de centrale bank, zo bleek uit officiële gegevens woensdag, wat de moeizame verkiezingscampagne van premier Rishi Sunak een impuls gaf.
klasse = “cf”>
De consumentenprijsindex daalde zoals verwacht van 2,3 procent in april, aldus het Office for National Statistics in een verklaring waarin de groei van de voedselprijzen werd aangehaald.
Dat volgt op de Britse inflatie die bijna drie jaar boven de doelstelling lag, die in juli 2021 voor het laatst 2 procent bedroeg, voordat deze door een crisis van de kosten van levensonderhoud hoger werd.
Het nieuws zet de toon voor de algemene verkiezingen van 4 juli, die volgens opiniepeilingen de Conservatieven van Sunak zwaar zullen verliezen van Keir Starmer’s belangrijkste oppositiepartij Labour.
Sunak juichte de vertraging van de inflatie toe, maar Labour hekelde het rentmeesterschap van de economie door de conservatieven na veertien jaar aan de macht te zijn geweest.
“Het is heel goed nieuws, want de afgelopen jaren zijn voor iedereen erg zwaar geweest”, vertelde Sunak aan de LBC-radio.
“De inflatie is weer op peil, en dat betekent dat mensen de voordelen zullen gaan voelen en een deel van de lasten op de kosten van levensonderhoud zullen verlichten. Het is dankzij die economische stabiliteit die we hebben hersteld.”
klasse = “cf”>
De Bank of England komt vandaag bijeen, maar zal naar verwachting streng blijven op de rentetarieven, zoals gebruikelijk in de aanloop naar de Britse verkiezingen.
Na een piek van 11,1 procent in oktober 2022 is de groei van de consumentenprijzen afgekoeld na een reeks renteverhogingen door de Britse centrale bank.
De Britse economie stagneerde echter in april, nadat ze in het eerste kwartaal van het jaar uit de recessie was gekomen, zo bleek uit officiële gegevens vorige week.