AI zal waarschijnlijk banen vergroten in plaats van vernietigen: VN-studie
Het is waarschijnlijker dat kunstmatige intelligentie de werkgelegenheid vergroot dan vernietigt, zo blijkt uit een onderzoek van de VN, in een tijd van groeiende bezorgdheid over de potentiële impact van de technologie.
De lancering in november van het generatieve AI-platform ChatGPT, dat complexe taken op commando kan uitvoeren, werd gezien als een technologische mijlpaal die een potentieel dramatische transformatie van de werkplek voorafschaduwde.
Maar een nieuw onderzoek van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de Verenigde Naties, waarin het potentiële effect van dat en andere platforms op de kwantiteit en kwaliteit van banen wordt onderzocht, suggereert dat de meeste banen en bedrijfstakken slechts gedeeltelijk zijn blootgesteld aan automatisering.
De meeste zullen “waarschijnlijk eerder worden aangevuld dan vervangen door de nieuwste golf van generatieve AI, zoals ChatGPT”, aldus de IAO.
“Daarom zal de grootste impact van deze technologie waarschijnlijk niet de vernietiging van banen zijn, maar eerder de potentiële veranderingen in de kwaliteit van banen, met name de werkintensiteit en autonomie.”
Het onderzoek benadrukte ondertussen dat de effecten van technologie sterk zouden variëren tussen beroepen en regio’s, terwijl het waarschuwde dat vrouwen vaker dan mannen hun banen zouden zien worden aangetast.
Hieruit bleek dat administratief werk de categorie banen was met de grootste technologische blootstelling, waarbij bijna een kwart van de taken als zeer blootgesteld werd beschouwd en meer dan de helft van de taken een middelmatige blootstelling had.
In andere beroepsgroepen, waaronder managers en technici, bleek slechts een klein deel van de taken zeer blootgesteld te zijn, terwijl ongeveer een kwart een gemiddeld blootstellingsniveau had, aldus de ILO.
De analyse gaf ondertussen aan dat landen met hogere inkomens de grootste gevolgen van automatisering zouden ondervinden vanwege het grote aandeel van administratieve en paraprofessionele banen in de banenverdeling daar.
Hieruit bleek dat maar liefst 5,5 procent van de totale werkgelegenheid in hoge-inkomenslanden potentieel blootgesteld was aan de automatiserende effecten van generatieve AI, terwijl dat in lage-inkomenslanden slechts 0,4 procent van de werkgelegenheid was.
Tegelijkertijd bleek uit het onderzoek dat het aandeel van de werkgelegenheid dat mogelijk door automatisering zou worden getroffen, meer dan twee keer zo hoog was voor vrouwen als voor mannen, als gevolg van de oververtegenwoordiging van vrouwen in administratief werk, vooral in hoge- en middeninkomenslanden.
Hoewel het rapport significante verschillen liet zien in de potentiële impact op het door AI gegenereerde banenverlies tussen rijke en armere landen, kwam het tot de conclusie dat het potentieel voor uitbreiding vrijwel gelijk was in alle landen.
Dit suggereert dat “met het juiste beleid deze nieuwe golf van technologische transformatie belangrijke voordelen zou kunnen bieden voor de ontwikkelingslanden”, aldus de IAO.
Het waarschuwde echter dat hoewel augmentatie zou kunnen wijzen op positieve ontwikkelingen, zoals het automatiseren van routinetaken om tijd vrij te maken voor boeiender werk, “het ook kan worden geïmplementeerd op een manier die de keuzevrijheid van werknemers beperkt of de werkintensiteit versnelt”.