WTO zegt dat handel alleen de kloof tussen economieën niet zal dichten
De Wereldhandelsorganisatie heeft gesteld dat open handel alleen niet voldoende is om de ongelijkheid tussen rijke en ontwikkelingslanden te verminderen. Er is meer nodig om armere landen te helpen.
klasse=”cf”>
In het rapport van de WTO over wereldhandel uit 2024 wordt gekeken naar de rol die handel sinds de oprichting in 1995 heeft gespeeld bij het verkleinen van de kloof tussen economieën.
“De belangrijkste conclusie uit het rapport is misschien wel de bevestiging van de transformerende rol die handel speelt bij het terugdringen van armoede en het creëren van gedeelde welvaart”, aldus Ngozi Okonjo-Iweala, directeur-generaal van de WTO, in het voorwoord.
Deze conclusie, zo voegde ze toe, staat “in strijd met de huidige gangbare opvatting dat handel en instellingen als de WTO niet goed zijn voor de armoede of voor arme landen, en juist een wereld creëren waarin de ongelijkheid toeneemt.”
“Maar de tweede belangrijkste les is dat we nog veel meer kunnen doen om handel en de WTO beter te laten functioneren voor economieën en mensen die de afgelopen 30 jaar van globalisering zijn achtergebleven”, aldus Okonjo-Iweala.
Uit het rapport blijkt dat economieën met een laag en gemiddeld inkomen doorgaans minder deelnemen aan internationale handel, minder directe buitenlandse investeringen ontvangen en meer afhankelijk zijn van grondstoffen.
klasse=”cf”>
Ze exporteren ook minder ‘complexe producten’ en ‘handelen met minder partners’, aldus de WTO.
“Protectionisme, zo blijkt uit het rapport, is geen effectieve weg naar inclusiviteit”, aldus Okonjo-Iweala, die waarschuwde dat het de productiekosten kan verhogen en “dure represailles van ontevreden handelspartners” kan uitlokken.