Het restauratieoverschot van de Notre Dames zal worden gebruikt voor toekomstig behoud

Het restauratieoverschot van de Notre Dame zal worden gebruikt voor toekomstig behoud

Meer dan vijf jaar nadat de verwoestende brand de Notre Dame verwoestte, waardoor binnen enkele dagen bijna 1 miljard dollar aan toegezegde donaties ontstond, zegt restauratiechef Philippe Jost dat er nog steeds 140 miljoen euro (ongeveer 148 miljoen dollar) uit het geld overblijft terwijl de kathedraal zich voorbereidt om volgende maand te heropenen.

klasse = “cf”>

Het overschot, afkomstig van zowel miljardair-weldoeners als talloze kleine donoren, zal worden gebruikt ter ondersteuning van cruciale toekomstige conserveringswerkzaamheden aan het 861 jaar oude gotische monument.

Jost prees de vrijgevigheid na de brand en het beheer van de restauratiefondsen die “werden toevertrouwd aan iemand die zeer attent en professioneel was”, vertelde hij op een persconferentie in Parijs.

Hij merkte op dat deze fondsen zullen worden gebruikt “in overleg met de opdrachtgevers en donoren om de benodigde werkcampagnes uit te voeren”, aangezien de Notre Dame te maken krijgt met aanhoudende eisen voor behoud en structurele integriteit.

Jost bevestigde ook dat de miljardairmagnaten die grote bedragen hebben toegezegd in de nasleep van de brand “hun financiële verplichtingen volledig zijn nagekomen” en “hun beloften zijn nagekomen die ze in de nacht van de brand of in de uren die volgden hadden gedaan.”

Dit was niet altijd zeker.

klasse = “cf”>

In de uren en dagen na de brand op 15 april 2019 werd bijna 1 miljard dollar toegezegd door enkele van de rijkste figuren van Frankrijk. Bernard Arnault, CEO van luxeconglomeraat LVMH, zegde 200 miljoen euro toe, aangevuld met de Bettencourt Schueller Foundation van de familie L’Oréal, terwijl François Pinault, oprichter van Kering, en Total’s CEO Patrick Pouyanne elk 100 miljoen euro beloofden.

Maandenlang onthulde AP echter dat de donoren van miljardairs terughoudend waren met het overmaken van geld, in afwachting van specifieke herstelplannen en onderhandelingen waarin werd uiteengezet hoe hun bijdragen zouden worden gebruikt.

In het begin nam de frustratie toe, omdat een groot deel van het aanvankelijke schoonmaak- en consolidatiewerk, inclusief het verwijderen van giftig loodstof en structurele versterkingen, moest worden gedekt door kleinere donaties, voornamelijk verzameld door liefdadigheidsstichtingen van de Notre Dame in de Verenigde Staten en Frankrijk.

De dramatische toezeggingen leidden ook tot een internationaal debat, waarbij critici zich afvroegen of de donoren meer gemotiveerd werden door het verlangen naar een erfenis dan door een toewijding aan het behoud van het culturele erfgoed van Frankrijk.

Terwijl het monument naar de heropening op 8 december snelt, was vorige week een aangrijpend moment voor Parijs. In een krachtige opmaat naar de terugkeer van de Notre Dame zag het noordelijke belfort – gedeeltelijk verwoest door de brand – voor het eerst sinds 2019 de acht onlangs gerestaureerde klokken luiden, en hun weerklank klonk door de stad.