‘Gladiator II’ gaat terug de arena in
Rome balanceert op de rand in Ridley Scotts ‘Gladiator II’. Er wordt gezegd dat de val ophanden is. De droom die het ooit symboliseerde is dood. De ooit hoogstaande idealen van het Romeinse Rijk zijn verslechterd in een omkoopbaar land dat nu wordt geregeerd door een keizer met een bleek gezicht.
klasse = “cf”>
Op de troon zit Geta (Joseph Quinn), die naast zijn snotterende broer Caracalla (Fred Hechinger) zit. Het hart van dit Rome is natuurlijk het Colosseum, waar menigten de gladiatoren toejuichen die vechten en sterven. Daar blijft de tijdloze Scott opmerkelijk thuis. De arena, met zijn uitbarstingen van spektakel en geweld, is een vervanger voor de eigen visie van de regisseur op het grote scherm: Go big or go home.
Deze dichotomie – een gevallen samenleving en haar onverzadigbare behoefte aan entertainment – vormt de slimme en niet geheel flatterende achtergrond van de ‘Gladiator’-films. Deel twee, dat zich twintig jaar na de gebeurtenissen in de eerste film afspeelt, brengt een nieuwe strijder naar het Colosseum: een mysterieuze buitenstaander genaamd Lucius Verus, gespeeld door Paul Mescal. En om de onvermijdelijke vraag te beantwoorden: ja. Ja, ik heb me behoorlijk vermaakt.
‘Gladiator II’ is niet helemaal de prestigefilm die de eerste film, die de beste film won, uit 2001 was. Het is meer een opschepperig zwaard-en-sandaal-epos waarin de noodzaak om te entertainen boven alles wordt gewaardeerd. Niemand in ‘Gladiator II’ begrijpt dat beter dan Denzel Washington. Zijn optreden als de machiavellistische machtsmakelaar Macrinus is een heerlijke waas van gewaden en grijns – zo overtuigend over-the-top dat hij bijna de normen van Al Pacino uit de jaren negentig haalt.
Binnen dit Rome zijn er verspreide belangengroepen die het omver willen werpen, waaronder Marcus Acacius, een gedecoreerde generaal die net is teruggekeerd van een succesvolle veldtocht naar Numidië in Noordwest-Afrika.
klasse = “cf”>
Acacius is een loyale Romein, maar als hij ontdekt dat de keizers alleen maar meer bloeddorstig zijn naar nog meer grondgebied en meer oorlog, beginnen hij en zijn vrouw Lucilla (Connie Nielsen) plannen te smeden om de broers omver te werpen.
In een film waarin iedereen een geheim koestert, blijven weinigen lang verborgen. De belangrijkste onder hen is Lucius Verus, een krijger in Numidia die gevangen wordt genomen en gedwongen wordt om als gladiator te vechten. Hij is de zoon van Lucilla en Maximus (Crowe in ‘Gladiator’). Na de gebeurtenissen in die film stuurde Lucilla hem, een erfgenaam van het rijk, naar Numidia om op te groeien buiten de machtsstrijd van het rijk.
Mescal, de geweldige Ierse acteur van ‘Aftersun’ en ‘All of Us Strangers’, betreedt voor het eerst soepel een blockbuster-arena. ‘Deze is interessant,’ zegt Macrinus, terwijl hij hem voor het eerst aankijkt. Mescal’s Lucius is wraakzuchtig: het Romeinse leger doodt zijn krijgervrouw in de Numidia-strijd. ‘De woede stroomt als melk uit je,’ zegt Macrinus bewonderend. De glinstering van kattenkwaad in Mescals ogen geeft Lucius iets meer karakter dan de gemiddelde wraakzuchtige gladiator.
We zien hoe Lucius op sluwe wijze arena na arena overleeft. Ondertussen manipuleert Macrinus hem om de interesse van het publiek weg te leiden van de keizer. Het is een rijk, maar enigszins cartoonachtig tapijt van paleisintriges, waarbij Macrinus behendig aan alle touwtjes trekt.
klasse = “cf”>
Maar in werkelijkheid is geen enkele machtsmachinerie zo meeslepend als de steeds carnavaleskere taferelen van het Colosseum. Tijdens de eerste reis van de gladiatoren daar worden ze begroet door mensetende apen. Vervolgens is het een rijder bovenop een gigantische, aanvallende neushoorn. Dan het stuk de weerstand: een overstroomd Colosseum vol haaien. Er zijn zelfs kleine nep-eilandjes met palmbomen verspreid.
Nu is ‘Gladiator II’ misschien niet bestand tegen veel onderzoek van historici. Maar dit is geen film die is gebouwd op nauwkeurigheid. Het is gemaakt om een paar stukjes geschiedenis op te blazen tot een feest en de charmes van het kijken naar de Macrinus uit Washington, die met zijn hoofd zwaait dat onlangs van zijn lichaam is losgemaakt.
klasse = “cf”>
Ja, er rollen koppen in Scotts vervolg op Gladiator. Macrinus slaagt erin Rome in razernij te brengen. Sterker nog, hij doet het zo gemakkelijk en listig dat, zodra de zaken voor hem beginnen te ontrafelen, de lucht ‘Gladiator II’ verlaat. Je gelooft zijn roekeloosheid niet helemaal nadat hij zo geduldig en kunstig aan de schroeven draaide.
Niettemin komen er twee mogelijke opvolgers naar voren: Lucius, die het geboorterecht op de troon heeft, en Macrinus, die puur door zijn eigen humor binnen zijn bereik komt. Is het een wonder dat ik de hele tijd voor Macrinus steunde? Hoe zou je dat ook niet kunnen, terwijl Washington dit soort landschappen kauwt en pittige (en tamelijk treffende) uitspraken doet als: “Dat, mijn vriend, is politiek!”