De oude stad in Ecuador wordt geconfronteerd met aantasting door boerderijen en wegen
De overblijfselen van een enorm, 2500 jaar oud netwerk van Ecuadoraanse steden, al honderden jaren beschermd door de jungle, worden bedreigd door wegen- en landbouwaantasting, zeggen onderzoekers.
Sporen van een ‘verloren stad’ in het Amazonegebied werden voor het eerst ontdekt in 1978, maar de volledige omvang van wat nu wordt beschouwd als de grootste en oudste stedelijke uitgestrektheid van deze stad werd pas vorig jaar onthuld met behulp van laserkaarten.
Het uitgestrekte terrein van ruim 1.000 vierkante kilometer ligt diep in de Upano-vallei aan de voet van het Andesgebergte in het oosten van Ecuador.
Het bestaat uit oude nederzettingen van verschillende grootte, verbonden door een complex wegenstelsel.
Archeologen hebben ook zo’n 7.400 heuvels in verschillende vormen geïdentificeerd, die duizenden jaren geleden door mensenhanden zijn gemaakt. Ze zijn tot vier meter hoog en vijf keer zo breed en zouden de fundamenten zijn geweest van huizen of gemeenschappelijke ruimtes voor rituelen of festivals.
Sommige zijn al beschadigd, omdat de wegenbouwers ten onrechte dachten dat het natuurlijke formaties waren waar ze doorheen zouden kunnen breken.
“Er is dringend behoefte aan een beschermingsplan”, zegt de Spaanse archeoloog Alejandra Sanchez, die de plek al tien jaar bestudeert.
Naast de kwestie van de wegenbouw beschreef Sanchez ook de risico’s van erosie, ontbossing en landbouw voor de heuvels.
De Upano-rivier, bakermat van de inheemse cultuur met dezelfde naam, is ook het slachtoffer van vraatzuchtige mijnbouw, zowel legale als wilde.
Volgens onderzoekers die het stadsnetwerk sinds de jaren tachtig hebben bestudeerd, beschikte het Upano-volk dat het bouwde over de politieke, economische en religieuze organisatie die typerend is voor grote beschavingen. Er wordt aangenomen dat de bouw van de heuvels tussen 500 voor Christus en 300-600 na Christus is begonnen.
Archeoloog Alden Yepez van de Katholieke Universiteit vertelde AFP dat hij gelooft dat de ontdekkingen slechts “het topje van de ijsberg” zijn.
