Daihatsu schort alle binnenlandse productie op
De Japanse autofabrikant Daihatsu heeft de volledige binnenlandse productie opgeschort omdat het bedrijf, eigendom van Toyota, te maken krijgt met een enorm veiligheidstestschandaal.
Het bedrijf, dat ongeveer 9.000 fabrieksarbeiders in Japan heeft, heeft de laatste van zijn vier binnenlandse fabrieken gesloten, vertelde een woordvoerder van Daihatsu gisteren aan AFP.
“De productie zal tot en met januari worden opgeschort. We hebben niet precies kunnen beoordelen wanneer onze binnenlandse productie kan worden hervat”, aldus de woordvoerder.
Volgens een particulier onderzoeksbureau zou deze stap gevolgen kunnen hebben voor meer dan 8.000 bedrijven in het hele land.
Vorige week zei het bedrijf dat het veiligheidstests minstens sinds 1989 had gemanipuleerd, waarbij 64 modellen waren betrokken, waaronder enkele die onder het merk Toyota werden verkocht en die ook zijn opgeschort.
In april zei het dat het de crashtestresultaten voor vier van zijn modellen had vervalst, waarbij in 2022 en 2023 in totaal 88.000 voertuigen waren betrokken die in Thailand en Maleisië waren gemaakt.
In mei kondigde het bedrijf aan dat het de productie in Japan van twee hybride voertuigmodellen zou stopzetten vanwege soortgelijke “onregelmatigheden”, waaronder de Toyota Raize SUV, die in opdracht van het moederbedrijf werd vervaardigd.
Het in Osaka gevestigde Daihatsu, opgericht in 1907 om verbrandingsmotoren te produceren, lanceerde zijn eerste driewielige voertuig in 1931, voordat het in 1967 door Toyota werd overgenomen.