China verlaagt de belangrijkste hypotheekrente om de economie te stimuleren
De Chinese centrale bank verlaagde gisteren een belangrijke rente die wordt gebruikt om hypotheken te prijzen, terwijl Peking probeert de huizenmarkt te redden van een dieper wordende crisis en de zwakke groei van de economie van het land te stimuleren.
China heeft moeite om de groei op gang te brengen, omdat het kampt met een langdurige neergang in de vastgoedsector, een stijgende jeugdwerkloosheid en een mondiale vertraging die de vraag naar goederen van de op een na grootste economie ter wereld heeft gedrukt.
De vijfjaars prime rate (LPR) werd verlaagd van 4,2 naar 3,95, zo maakte de People’s Bank of China bekend, tijdens de eerste verlaging sinds juni.
Het is de grootste verlaging van de rente sinds de invoering ervan in 2019, dieper dan verwacht door economen.
De stap van gisteren is erop gericht de commerciële banken aan te moedigen meer krediet te verlenen tegen gunstiger tarieven.
Ze staan in schril contrast met de meeste andere grote economieën, waar de rentetarieven zijn verhoogd in een poging de inflatie te beteugelen – onderdeel van een mondiale vertraging die de vraag naar Chinese exporten treft.
China noteerde vorig jaar een van de slechtste jaarlijkse groeicijfers sinds 1990, waardoor de hoop op een snel economisch herstel na het einde van de draconische COVID-beperkingen eind 2022 werd getemperd.
In januari daalden de consumentenprijzen in het snelste tempo in meer dan veertien jaar, waardoor de druk op de regering werd vergroot om agressievere maatregelen te nemen om de gehavende economie nieuw leven in te blazen.
De kern van de ellende van het land wordt gevormd door een ongekende vastgoedcrisis, een belangrijke groeimotor die lange tijd ruim een kwart van het bbp vertegenwoordigde.
Financiële problemen bij grote bedrijven als Evergrande en Country Garden hebben het wantrouwen van kopers aangewakkerd tegen de achtergrond van onvoltooide woningbouwprojecten en dalende prijzen.
