Duitsland hervormt proces om door de nazi’s geroofde kunst terug te geven
De Duitse regering tekende op 8 januari een hervormingsplan voor het proces van teruggave van door de nazi’s geroofde kunst, ondanks kritiek van de families en advocaten van de slachtoffers.
klasse = “cf”>
De verandering zou betekenen dat “Duitsland zijn historische verantwoordelijkheid beter zal waarmaken”, zei minister van Cultuur Claudia Roth in een verklaring.
Duitsland ondertekende in 1998 de Washington Declaration, die 44 ondertekenende landen verplicht om door de nazi’s gestolen kunst op te sporen en terug te geven aan de rechtmatige eigenaren.
Bijna 80 jaar na het einde van Hitlers regime heeft het proces van het teruggeven van werken aan de rechtmatige eigenaren moeite om vooruitgang te boeken.
Onder het huidige systeem moeten zowel eisers als houders van vermeend geroofde kunst instemmen met arbitrage, een stap die veel huidige eigenaren in de praktijk hebben geweigerd te zetten.
Door de voorgestelde hervorming zou de huidige adviescommissie, waarvan de uitspraken niet bindend zijn, worden vervangen door een arbitragehof voor restitutieclaims.
Het nieuwe mechanisme zou slachtoffers in staat stellen een “eenzijdig beroep” te doen op de teruggave van hun kunstwerken, zei Roth.
klasse = “cf”>
Een groep advocaten, historici en getroffen families zei echter dat het geplande nieuwe systeem een “klap in het gezicht van de slachtoffers” was en hun situatie alleen maar verergerde.
In een open brief aan bondskanselier Olaf Scholz op 7 januari riep de groep, onder leiding van de in Zwitserland gevestigde advocaat Olaf Ossmann en de Duitse historicus Willi Korte, de regering op om de hervorming te bevriezen.
Het raamwerk voor het nieuwe arbitrageproces was “nooit publiekelijk besproken”, schreven de critici in de brief.
In plaats van de toegang tot de rechter te verbeteren, zou de hervorming “hele groepen slachtoffers” uitsluiten en het recht op restitutie voor anderen beperken, zeiden ze.