CHP-leider roept op tot verhoging van het laagste pensioen
De belangrijkste oppositieleider van de Republikeinse Volkspartij (CHP), Özgür Özel, riep op 19 januari op tot een verhoging van het laagste pensioen en drong erop aan dat dit in lijn zou worden gebracht met het minimumloon van het land.
Tijdens zijn toespraak tot gepensioneerden op het partijhoofdkwartier in de hoofdstad Ankara benadrukte Özel wat hij als een belangrijk probleem beschouwt: de vermeende discrepantie in de inflatiegegevens van het Turkse Statistische Instituut (TÜİK).
De CHP-leider beweerde dat het reële inflatiecijfer maar liefst 127 procent bedraagt, terwijl TÜİK dit rapporteert op 64 procent.
“31 maart zal de dag van de afrekening zijn. Gepensioneerden zullen u vragen hiervoor te betalen”, verklaarde hij, verwijzend naar de komende lokale verkiezingen.
Eerder deze week kondigde president Recep Tayyip Erdoğan een verhoging aan van het laagste pensioen van 7.500 Turkse lira naar 10.000 lira. Özel stelt echter dat dit onvoldoende is en pleit ervoor om het laagste pensioen te verhogen tot het niveau van het minimumloon, dat momenteel is vastgesteld op 17.002 lira.
“Een gepensioneerde in Duitsland kan voor een vakantie het vliegtuig nemen naar (de zuidelijke stad) Manavgat, maar een gepensioneerde in Türkiye kan niet eens met een gerust hart naar de supermarkt gaan”, merkte Özel op.
Ondertussen hield Özel op 18 januari een ontmoeting met Ahmet Davutoğlu, leider van de Toekomstige Partij, op diens kantoor in het parlement. Na de bijeenkomst werd geen officiële aankondiging gedaan.
De Toekomstpartij maakte tot aan de dubbele parlements- en presidentsverkiezingen in mei vorig jaar voorheen deel uit van de zeskoppige Natiealliantie onder leiding van de CHP.
