TÜRKIYE Ankara veroordeelt Israëlische aanval op VN-school in Gaza Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Israëlische aanval op een VN-school in Gaza krachtig veroordeeld en afgedaan als een "meedogenloze aanval die het leven kostte aan tientallen onschuldige Palestijnse kinderen."
Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Israëlische aanval op een VN-school in Gaza krachtig veroordeeld en bestempeld als een ‘meedogenloze aanval die het leven heeft geëist van tientallen onschuldige Palestijnse kinderen’.
In de verklaring uit Ankara werd beweerd dat de Israëlische aanval verder bewijs levert van een “opzettelijke en gerichte campagne tegen burgers, vooral kinderen” in Gaza.
Het ministerie uitte zijn diepe bezorgdheid over het toenemende aantal burgerslachtoffers. “Het aantal vrouwen en kinderen dat de afgelopen vijf weken door Israël in Gaza het leven heeft verloren, is een bron van schande voor de mensheid”, aldus de verklaring.
Türkiye riep de internationale gemeenschap op om “niet langer de ogen te sluiten” voor wat zij beschouwde als Israëls flagrante minachting voor het internationaal recht en fundamentele menselijke waarden.
“Het is essentieel dat er onmiddellijk een onvoorwaardelijk en permanent staakt-het-vuren wordt afgekondigd in Gaza. We roepen elk gewetensvol lid van de internationale gemeenschap op om de noodzakelijke stappen in deze richting te zetten”, aldus het rapport.
Minstens 50 mensen werden gedood bij een ochtendaanval op een door de VN gerunde school in het Jabalia-kamp, en bij een aanval op een ander gebouw daar kwamen 32 leden van één familie om het leven – waarvan 19 kinderen – vertelden functionarissen van het door Hamas geleide ministerie van Volksgezondheid AFP.
“Schuilplaatsen zijn een plek voor veiligheid. Scholen zijn een plek om te leren. Tragisch nieuws over de kinderen, vrouwen en mannen die zijn omgekomen tijdens hun onderdak in de al-Fakhouri-school in het noorden van Gaza”, zei humanitair hoofd van de VN Martin Griffiths over X. “Burgers kunnen en mogen dit niet langer verdragen.”